Episode 22: Pommy is boos

29 juli 2010

boze pommy

Wel, hij heeft het voor elkaar gekregen. Ondanks mezelf kon ik mij vanmorgen niet meer inhouden: we spelen krijgertje samen, Boefie en ik. En verstoppertje. Door het hele huis en door de hele tuin. Niets is meer veilig voor ons. De ene keer verstopt Boefie zich achter of onder een meubelstuk, de andere keer ik. En als we elkaar dan gevonden hebben, begint de wilde achtervolging. Ik wist niet dat een klein broertje zo leuk kon zijn. Hij heeft alleen wel wat voordelen ten aanzien van verstopplaatsen. Als hij achter de tafelpoot zit, zie ik hem niet. Als ik zoiets zou doen, zou dat hetzelfde effect hebben als een olifant verstoppen achter een lantaarnpaal. Af en toe gaat hij wel iets te ver: dan springt hij onverwachts, bij voorkeur als ik na het eten lig te soezen, op mijn rug en begint in mijn oren te bijten. Dat kan ik dan natuurlijk niet toelaten, dat begrijpt iedereen. Dan geef ik hem dus wel even van katoen en dan is hij weer even koest. We hebben een mooie woontoren gekregen van gevlochten wilgentenen met een slaapplaats beneden en een er bovenop. Maar waar ik ook ga liggen, Boefie wil altijd daar waar ik me nestel en dat vind ik best lastig. Zo ook met het eten: er staan tijdens etenstijd drie gevulde bakjes met voer, maar Boefie wil altijd uit het bakje eten waar Coco of ik op dat moment uit eten, dus gaan wij naar een ander bakje, maar dan komt hij daar ook weer bij eten. Zo zijn we alle drie constant bezig met het wisselen van de bakjes. Ik hoop echter dat dit belachelijke verschijnsel van tijdelijke aard is want ik hou niet zoveel van al die lichaamsbeweging tijdens het eten.

Gisteren was ik even alleen op de wei en Boefie liep iets lager op het straatje naast ons huis. Toen zag ik plotseling van bovenaf iemand met een heel grote hond aankomen in de richting van Boefie. Ik ben als een gek naar beneden gerend en heb me geposteerd tussen de hond en Boefie, daarbij luid grommend en blazend en mijzelf heel hoog (breed ben ik al) makend, de haren van mijn staart en rug recht overeind zettend. En daar had de hond heel veel respect voor want hij liep geen meter meer verder. Zijn bazin riep mijn vrouwtje. Of zij die boze kat misschien even wilde pakken zodat haar "arme hond" (?) verder kon. Maar het vrouwtje pakte mij niet, maar Boefie, die als versteend op het asfalt zat toe te kijken. Toen ineens kon ik mij wat ontspannen en vloog over het muurtje het terras op. Ineens snapte ik waarom ik daar had gestaan: ik beschermde mijn kleine broertje. Ik verbaas mij iedere keer over mijzelf en vraag me thans bezorgd af waar ik zal eindigen. Zouden dit nu moedergevoelens zijn? Of zustergevoelens? En hoe kom ik daar weer vanaf?

litterkwitter
"Als er een universeel geluid moest zijn dat de vrede moest uitbeelden, zou ik stemmen voor kattengespin." - Barbara L. Diamond