Epilepsie

Epilepsie of vallende ziekte is een aandoening van de hersenen die er toe leidt dat de patiënt tijdelijk de controle over een deel van zijn lichaamsfuncties verliest. Bekend zijn de toevallen waarbij de kat omvalt, hevige spierkrampen krijgt, schuimbekt en urine of ontlasting laat lopen. Er zijn echter ook mildere vormen van epilepsie.

Oorzaken

Zoals gezegd wordt epilepsie veroorzaakt door een storing in de functie van de hersencellen. De oorzaak van deze storing kan gelegen zijn in de hersencellen zelf, maar ook allerlei ziekten elders in het lichaam kunnen de epilepsie veroorzaken. In enkele gevallen kunnen de problemen zelfs ontstaan door een gedragsafwijking, bijvoorbeeld een kat die heel erg bang is. In veruit de meeste gevallen is er echter geen duidelijke andere afwijking te vinden en is er spraken van een kortdurende, tijdelijke ontregeling van de hersenfunctie. We spreken dan van primaire epilepsie.

Voorkomen

Epilepsie komt regelmatig voor bij katten. Meestal openbaart echte (primaire) epilepsie zich tussen het eerste en derde levensjaar. Bij oude dieren is er vaak een andere oorzaak. Hierbij kan gedacht worden aan bijvoorbeeld hersenbloedingen of gezwellen.

Diagnose

Het is voor ons dierenartsen niet eenvoudig om vast te stellen of een dier epilepsie heeft. De toevallen duren zo kort dat de patiënt bijna altijd al weer uit de aanval is bijgekomen bij binnenkomst in de kliniek. Het verhaal van de eigenaar is daarom van groot belang. We willen graag weten hoe oud het dier is, hoe vaak de aanvallen optreden, hoelang ze duren, of er ook andere klachten zijn enzovoorts. Een probleem hierbij is dat de aanvallen meestal komen als het dier in rust is, dus vaak 's nachts. Het is daarom goed mogelijk dat een dier al meerdere aanvallen gehad heeft voordat het de baas opvalt. Uw huisdier wordt altijd uitgebreid onderzocht. Eventueel kan beslist worden tot aanvullend onderzoek. Dit kan bestaan uit bloedonderzoek, röntgenfoto’s, een hartfilmpje en gedragsonderzoek.

Behandeling

Aangezien de aanvallen maar kort duren en vanzelf verdwijnen is het niet altijd nodig om een epilepsie patiënt te behandelen. Een vuistregel is: als het dier niet vaker dan eens per zes weken een toeval heeft en deze toevallen mild van aard zijn dan is behandeling niet noodzakelijk. Komen de toevallen vaker of kort achter elkaar of heeft de patiënt zware toevallen, die langer dan 10 minuten duren, dan is het raadzaam contact op te nemen met de dierenarts.

De volgende punten zijn handig om te weten:

Sommige katten voelen een aanval aankomen en vertonen op dat moment vreemd gedrag dat zich elke keer herhaal. We weten dat mensen niets weten van de aanval, dus gaan we ervan uit dat een kat er eveneens niets van merkt. Als uw kat een aanval heeft raak niet in paniek. Rust is ook voor de kat het allerbeste dus geen fel licht of harde geluiden. Nooit de tong uit de mond trekken, want uw kat weet niet wat hij doet en zal per ongeluk bijten en krabben. Voorkom verwondingen doordat uw kat ergens afvalt of tegen meubilair aanvalt. Bovenal, denk aan uw eigen veiligheid!

Er zijn een aantal soorten medicijnen die gebruikt worden bij epilepsie, waarvan fenobarbital de belangrijkste is. Bijwerkingen zijn slaperigheid, veel drinken en plassen en in uitzonderlijke gevallen kan soms leverbeschadiging optreden.

Voor elke behandeling geldt dat veranderingen in dosering en medicijn het best onder directe begeleiding van een dierenarts kan plaatsvinden. Bij twijfel over de juiste dosering kan deze door middel van een bloedonderzoek worden vastgesteld.

Erfelijkheid

Primaire epilepsie is een aangeboren en waarschijnlijk erfelijk gebrek. Het is dus verstandig om niet te fokken met dieren die er aan lijden

Artikel overgenomen met toestemming van Dierenkliniek "Brouwhuis" - Rivierensingel 730 - 5704 NZ Helmond

litterkwitter
"Honden hebben een baasje, katten hebben personeel." - Onbekende auteur