2 september 2009
Ik slaap altijd tussen mijn personeel in, zodat ze mij direct kunnen bedienen als dit nodig mocht zijn. Bovendien is het een lekker warm plekje. Maar vandaag blijven ze toch wel erg lang slapen, waarschijnlijk omdat ze pas heel laat, of liever gezegd, heel vroeg in de ochtend, naar bed zijn gegaan. En ik wil ETEN. En als dat niet kan, dan wil ik SPELEN. Coco ligt voor pampus aan het voeteneind, dus daar is geen lol mee te beleven. Dan moet het vrouwtje maar wakker worden. Ik ga voor het bed zitten en ga haar onafgebroken aanstaren. Dit is de Doordringende Blik-methode. Altijd prijs. Het werkt. Ze doet haar ogen open. Maar dan draait ze zich om en gaat verder slapen! Dat is de bedoeling niet! Dan maar de Op Het Bed Spring-werkwijze en aan haar haren trekken, zachtjes in haar neus bijten en haar voorhoofd wassen. Stopt ze haar hoofd onder het dekbed! De volgende, zeer beproefde personeel-wekmethode: het Miauwen In De Aangrenzende Badkamer. Hier is de akoestiek heel goed, dus dan klinkt het wat doordringender. Nog geen reactie. En ik verveel me. Ik verveel me! Ik verveel me! De zolderkamer dan maar, misschien is daar nog wat te beleven. Achter een gordijn zijn kastplanken met linnengoed. Daarin kun je lekker rommelen en jezelf verstoppen tussen de handdoeken en lakens. En als dan alles goed door en uit elkaar ligt, kun je rovertje spelen met denkbeeldige prooien. Maar goed, ook dat gaat na een half uurtje knap vervelen. Maar zie, o, jubel, wat is dàt dan? Een doosje met garenklosjes van hout! En die kan ik eruit halen en ze dan over de houten vloer rollen! Geweldig! Er rollen er een paar van houten trap af de slaapkamer in en dit maakt een zeer bevredigend lawaai. Nu is het personeel echt wakker. Helaas niet in een al te best humeur…….
15 september 2009
Ik kijk naar de tv en zie een babyblauwe hemel boven een zonovergoten weide. Honderden bontgekleurde vlinders spatten op vanuit de wildebloemenzee wanneer twee witte poezen uit louter levensvreugde zich in vliegende vaart een baan onder, boven, door en tussen deze eenheid banen op een zondagochtend in augustus. Althans, dat staat onderaan in beeld. Op de televisie wordt een film van Coco vertoond. Het apparaat naast de tv is gevoerd met een plat schijfje en toen ineens zag ik de weide die naast ons huis ligt op het scherm. Even denk ik dat er twee Coco’s in die wei lopen, maar dan besef ik dat dat zijn tweelingbroertje Bibi moet zijn. Het vrouwtje loopt ook in de wei. Bibi is nog mooier dan Coco en heeft een jaloers makend lief kopje. Hoe jong ik ook ben, ik begrijp nu heel goed dat Coco heel erg verdrietig moet zijn geweest toen Bibi is gestorven. Ik word hier zelf een beetje verdrietig van. Ik zal heel erg lief voor Coco zijn en hem niet meer plagen of zijn eten proberen te stelen………
20 november 2009
Er hangt iets in de lucht. Ik zie mijn reismand op tafel staan. Bovendien zijn er koffers gepakt. Gisteren is het hele huis schoongemaakt, zijn alle geraniums in de kelder gezet en de tuinmeubelen opgeborgen. Ik hoor praten over Nederland en dat we daar naar toe gaan voor de eerstvolgende maanden. Wat zou dat voor iets zijn, Nederland? En hoe komen we daar? Niet met dat eendending, want dat hebben ze gisteren naar een soort van auto-opvanghuis gebracht. Het personeel is druk bezig met iets wat ze het afsluiten van water noemen en het leeg laten lopen van de leidingen. Ik snap er niet veel van. Dan wordt er een grote groene auto voor het huis gereden en daar gaan alle koffers en tassen in, samen met ons kattentoilet. Van Coco word ik ook niets wijzer. Die zit de hele tijd onder het brede bed op de slaapkamer, precies in het midden, en raad mij aan dit ook te doen. “Waarom?” vraag ik nog. “Dat zul je wel zien”, zegt hij en doet er verder het zwijgen toe. Omdat het me helemaal niet bevalt wat er allemaal om me heen gebeurt, doe ik wat Coco zegt. Het resultaat ervan is, dat het personeel heel erg veel moeite heeft om ons onder dat bed vandaan te krijgen: het gaat niet van links, niet van rechts, niet van achteren, niet van voren en natuurlijk al helemaal niet van onderen en van boven. Uiteindelijk hebben ze ons toch te pakken en we worden alle twee in de grote groene auto gezet, maar tenminste toch met de voldoening dat we ze behoorlijk hebben uitgeput. Door het raampje van de auto zie ik dat alle luiken van de Pommeraie gesloten zijn en het hek op slot wordt gedraaid. En dan stapt het personeel ook in de auto en begint het grote avontuur.
Ik voel dat we het dorp uitrijden. Coco zit af en toe keihard te miauwen. Ik wist niet dat hij zo’n keel kon opzetten. Ik hou me maar koest omdat ik vermoed dat, als ik erg rustig blijf, ik later uit die stomme mand mag en ook eens iets om me heen kan zien, net als Coco. Hij mag wel los in de auto, maar en van profiteren, ho maar. Loopt maar een beetje op de achterbank heen en weer te miezen en te mauwen. Op een gegeven moment, heel veel later, stoppen we. Het vrouwtje doet water in onze bakjes en ik mag uit mijn mand! Hoera! Ik kijk door het raam en er staan heel veel auto’s om ons heen die ook allemaal te drinken krijgen. Ook onze auto drinkt wat. O, wat is dit opwindend! Er lopen ook een paar honden op het verder gelegen grasveld die zich inderdaad weer gedragen als…… als honden. Als je er echt op gaat letten, is het toch een vreemd soort. Kennen geen discretie, hebben geen stijl, zijn zo weinig gedistingeerd. Tenminste, dat vind ik. Dan rijden we weer verder en ik ben nog steeds los in de auto. Ik ga op de hoedenplank liggen, omdat ik daar een prachtig uitzicht heb op alle auto’s die voorbijkomen. In het begin vind ik dat een beetje eng, maar ik ben er gauw aan gewend: ze blijven keurig achter ons rijden of gaan langs ons heen, dus niet tegen ons aan, waar ik even bang voor was. Af en toe rijden ze wel over ons heen, maar dan zit er een weg tussen waar we onderdoor rijden en dan buk ik toch maar even. Ik schrik er iedere keer een beetje van. Tenslotte val ik door al deze geweldige nieuwe indrukken in slaap en droom van drinkende auto’s en rennende honden.