17 juli 2010
Het kleintje heet Boefie. Hij is zwart als de nacht en speelt de hele dag en een deel van de nacht. Hij heeft heel lange poten, een lang dun lijf en een mega-lange staart. Als hij op zijn rug ligt te ravotten met een balletje of zo, is het net een grote vogelspin. Hij speelt met mijn speeltjes en daarom speel ik daar dus niet meer mee. De lust tot spelen is mij eerlijk gezegd ook een beetje vergaan. Alleen in de tuin voel ik me nog jong en speels omdat dat kleine ding daar niet naartoe mag. Gelukkig schenkt de familie uitermate veel aandacht aan mij, waarschijnlijk om mij gunstig te stemmen, zodat ik toch nog een beetje het idee heb dat ik er nog steeds bij hoor. Coco is overigens direct heel goede maatjes met het kleintje geworden. Boefie mag ook met zijn staart spelen en als het Coco verveelt, dan geeft hij Boefie een tik met zijn poot, altijd met ingetrokken nagels.
Coco is een echte heer van stand, ik kan niet anders zeggen.
Ergens – heel ver weg - vind ik Boefie wel fascinerend. Hij dartelt en speelt zo uitbundig dat ik wel moet kijken. Hij wekt mijn nieuwsgierigheid en hij vindt het zelfs leuk dat ik hem zo nauwlettend gadesla. Dan gaat hij mij uitdagen door een heel hoge rug op te zetten, een krul in zijn staart te leggen en op heel hoge en stijve poten zijwaarts naar mij toe te springen. Dan wil hij met mij gaan spelen, en daar ben ik toch echt niet van gediend. Nog niet, althans. Misschien komt dat nog wel eens, maar momenteel wil ik mezelf nog niet teveel prijsgeven.
Vanmorgen hebben we voor het eerst aan elkanders neus geroken. Dit gebeuren verliep verder zonder incidenten. Hij begint ook al wat vertrouwder te ruiken.
Het schijnt zo te zijn dat de vrouw die hem heeft gebracht hem samen met twee moederpoezen en nog zeven andere jonge katten in een ton heeft gevonden die in de kasteeltuin lag. Dit kasteel wordt al lang niet meer bewoond, maar de tuin dus wel. Door wilde katten. Mensen hebben zich over het kroost ontfermd en alle jongen hadden reeds een tehuis gevonden op Boefie na. Met hem stond de vrouw dus zaterdagochtend op de markt om een thuis voor hem te vinden. Nou, dat is dus gelukt.