20 juni 2010
Hier in Pommiers zit een man met zo’n veertig honden. Die zijn voor de jacht, heb ik gehoord.
Nu begrijp ik alleen niet waarom ze honden laten jagen, want wij katten zijn daar vele malen beter in. Af en toe hoor ik die honden zingen. Dat doen ze dan in koor. Eéntje begint de toon aan te geven en daarna volgen ze allemaal. Ik vind het een erg eentonige melodie en zo luid dat het pijn doet aan mijn overgevoelige oortjes.
Een paar dagen geleden kwam er een hond langs het huis, dit keer zo’n hond die de schapen bij elkaar drijft, een zwart-wit geval dat het vrouwtje een Border Collie noemt. Hij keek me niet eens aan, terwijl hij heel goed wist dat ik op het terras zat! Wat een schaamteloosheid! Een hond hoort opgewonden te raken van ons en achter ons aan te gaan in een vergeefse poging ons te pakken te krijgen. Zo kunnen wij tenminste onze superioriteit tonen in de hardloop- en klimkunsten. Maar nee, dit geval liep stoïcijns langs ons hek alsof ik er niet was en dat kon ik niet hebben. Dus ging ik snel een eindje verder op het muurtje staan zodat hij me gewoon niet meer kon negeren en toen hij nog geen reactie gaf, ging ik naar hem blazen. Hij keek naar me, dat wel, maar liep gewoon door! Ik heb nog nooit zo’n vreemde hond meegemaakt.
Er schijnt een verhaal te gaan over de reden waarom honden en katten zoveel rivaliteit vertonen. Eens, in alle begin, toen ze de hond en de kat net uitgevonden hadden, waren het de beste maatjes.
Er was toen nog maar één kat en één hond en ze waren altijd bij elkaar. Toen kwam er een tijd dat er bijna geen vlees meer voor handen was en beiden hadden telkens heel erg honger. Het weinige dat ze overdag vonden, deelden ze gezamenlijk, zoals goede vrienden betaamt. De hond werd broodmager, de kat daarentegen bleef behoorlijk gevuld. Omdat de kat tegen de hond zei dat hij er ook nog wel lekker gevuld uitzag, had deze geen argwaan. Ze waren toch vrienden? Het geheim van de kat was namelijk, dat deze ’s nachts, als de hond sliep, op jacht ging, behoorlijk wat muizen en andere dieren ving en daarna alles alleen op at.
Op zekere dag kwamen ze aan bij een groot meer. Naast elkaar stonden ze beiden aan de oever van het meer te drinken. Toen zag de hond hoe mager hij was en hoe dik de kat. Hij begreep dat hij bedrogen werd en sindsdien is het uit met de liefde……..