29 augustus 2010
Vandaag hebben Boefie en ik geprobeerd ons record Vensterbankzitten te verbeteren. Het zou ons zeker gelukt zijn als die stomme schapen er niet waren geweest.
We zaten heerlijk in het ochtendzonnetje op de brede vensterbank van de bovenverdieping, Boefie aan de ene kant van de plantenbak en ik aan de andere kant. Vandaar hebben we altijd een prachtig uitzicht op de omgeving. We keken naar de blauwe lucht, de groene bergen, het kasteel dat op de top van de berg ver voor ons uit staat, de rode daken van de huizen in het dorpje beneden ons en de malse weide naast ons huis. De krekels zongen en er vlogen wat vogels heen en weer wat een beetje onrust teweegbracht bij Boefie. Ik word er niet meer warm of koud van, want ik weet toch wel dat ik ze vanuit deze positie niet te pakken kan krijgen, dus waarom zou ik er moeite voor doen of opgewonden raken?
Plotseling wordt de rust verstoord door geklingel van belletjes. Ineens is de wei naast ons gevuld met witte schapen. Nou ja, wit? ze zijn meer grijzig.
De Border Collie loopt er ook bij. Ik heb ze wel vaker gezien, maar voor Boefie is dit nieuw. Hij staat ineens recht overeind, met opengesperde ogen waarin vraagtekens staan geschreven. Dan vliegt hij naar binnen, de trap af, in volle vaart naar buiten. Ik zie hem op het straatje tussen ons huis en de wei staan, op zijn achterpoten, in opperste fascinatie. En dan rent hij gewoon de wei op, tussen de schapen in, alsof hij ze eens van heel dichtbij wil bekijken. Ik zie een kleine zwarte poes op een groene wei tussen vaalwitte schapen. En die schapen trekken zich helemaal niets van hem aan: ze grazen gewoon om hem heen! Ook de hond gunt hem geen enkele blik waardig: die heeft alleen oog voor de schapen.
Ikzelf zou zoiets nooit doen, daarvoor ben ik denk ik toch niet avontuurlijk
en nieuwsgierig genoeg. Boefie wel. Hij is enorm nieuwsgierig, uiterst snel
en behendig en heel erg intelligent. Volgens mij wordt het een echte macho.
Gelukkig is hij zich niet ook nog bewust van zijn uiterlijk, want dan zou
hij naast zijn fluwelen poten gaan lopen van ijdelheid. Het is wat ze hier
in Frankrijk een beau mec noemen met zijn glanzende pikzwarte vacht, zijn
atletische, slanke lichaam (en dat terwijl hij nog meer eet dan ik, hoe krijgt
hij het toch voor elkaar?), zijn sierlijke bewegingen als van een danser,
zijn schitterende lange staart, lange poten en zijn gouden ogen. Ze noemen
hem soms Adonis en als hij aan komt rennen of springen noemen ze hem Barishnikow, naar die prachtige Russische balletdanser. Ik heb ook een paar
bijnamen, maar die zijn wat minder flatteus: Bessie Turf en Bolletje.
Hij is alleen wel erg baldadig en dan voel ik toch wel dat ik wat ouder word. Ik ben wat rustiger geworden van binnen en voel er niet zo veel meer voor om op ieder moment van de dag de chat-chat-chat te dansen. Dit realiseer ik me ineens, nu ik Boefie zo bezig zie. Hij is nog zo jong en ik weet wat hij nog moet leren. Dat hij wespen met rust moet laten, bijvoorbeeld. En uit moet kijken voor honden, vossen en marters.
Tjonge, ik ben nog maar één jaar en een paar maanden en zit hier een beetje te zitten als een dikke, oude theemuts! Kom, ik ga ook naar beneden. Misschien dat ik zelfs wel aan de rand van de wei ga zitten! Jammer dan van die mislukte recordpoging.
Boefie, ik kom!