19 augustus 2010
Het vrouwtje is in alle staten. Ze schijnt heel erge haast te hebben om weg te komen en zoekt wanhopig naar haar autosleutels. Terwijl ze rondrent en op de meest onmogelijke plekken haar sleutels zoekt, moppert ze in zichzelf dat ze toch niet gek is, dat ze toch honderd procent zeker weet dat ze de sleutels op de tafel naast haar handtas heeft gelegd. En nu zijn ze heel erg weg, ze kan ze nergens meer vinden. Ze gooit haar hele handtas leeg (wat een troep sjouwen mensen toch met zich mee!), doet alles er weer in, bukt zich om onder de tafel te kijken, haalt de fruitschaal leeg en legt het fruit weer terug, vliegt de keuken in en uit, rommelt nogmaals in het sleutelkastje, kijkt telkens op haar horloge en wordt steeds wanhopiger. Ik weet waar ze zijn, maar ik zeg niets. Ik zie het gewoon rustig aan, comfortabel zittend op de trap. Ik vind het wel komisch.
Vreemd dat ze zich het voorval van haar vriendin niet herinnert op dit moment.
Die was op dezelfde wijze haar twee nieuwe oorhangers ineens kwijt terwijl
ze die een minuut tevoren op de toilettafel had klaargelegd voor gebruik.
Ook wanhopig gezoek en twijfel aan het eigen verstand (niet altijd onterecht,
overigens, zie voorval met spin). Intussen liepen haar twee Siamezen rond
met allebei één oorbel in hun bek.
Niet dat ik persoonlijk nu schuldig ben aan de verdwijning van de autosleutels.
Nee, hiervoor is een klein, zwart dondersteentje verantwoordelijk. Hij heeft
de sleutelring in zijn bek genomen en is er mee naar boven gegaan. Ah, ik
hoor nu dat hij hem heeft laten vallen en hem over de houten vloer schuift.
Het maakt een leuk rinkelend geluid en ik ga gauw zelf even naar boven om
te zien of er voor mij ook nog wat te spelen is. Als ik boven kom liggen
de sleutels voor de trap en ik gooi ze naar beneden. Eigenlijk omdat ik er
ook mee wil gaan spelen, maar intussen heeft het vrouwtje alles gehoord en
gezien. En geheel onterecht krijg ik nu grote complimenten en vele bedankjes.
Maar ach, laat ik dat dan maar een keer aannemen als compensatie voor al
die keren dat ik onrechtvaardig streng werd vermaand.
Waarschijnlijk krijg ik vanavond een extra lekker hapje?