De naam 'Ragdoll', hetgeen lappenpop betekent, komt van de bizarre eigenschap dat als je deze kat optilt, dat ze volledig verslapt.
Deze (nog) niet zo populaire Amerikaan is ontstaan in de 60'er jaren in Riverside, California. De juiste herkomst is niet erg duidelijk. Het enige dat we met zekerheid weten is dat Josephine Baker is beginnen fokken met een witte langharige verwilderde straatkat, die ze in huis nam na een aanrijding.
Mevrouw Baker heeft haar wilde kat, Josephine, genaamd gekruist met een heilige Birmaan en nog andere rassen zoals de pers en huiskatten en uiteindelijk kwam er een nestje kittens met allemaal blauwe ogen, lang, niet viltend haar, een zacht karakter en allemaal zeer groot van omvang.
Mevrouw Baker die een commercieel instinct had, maakte van de 'Ragdoll' een handelsmerk en deponeerde het merk. Dit betekende dat alle andere 'Ragdol' fokkers een contract met haar aangaan en haar 'royalties' betalen voor elk kitten dat verkocht werd.
De 'Ragdoll' is een van de grootste kattensoorten, een volwassen kater kan tussen de 6 en 8 kilogram wegen en een poes tussen de 4 en 6 kilogram. Ze kunnen tot drie maal groter worden dan een 'gewone' huiskat. Ze is pas na drie jaar volwassen.
Ze zijn groot, stevig en grof gebouwd, met een krachtige borst en grote schouders. De achterhand is zwaarder en hoger gesteld dan de voorhand. De poten zijn middellang, met zware botten en de voeten zijn groot en rond met haarbosjes tussen de tenen De wigvormige kop is van gemiddelde grootte met goed ontwikkelde wangen en een stevige kin. De neus vertoont een lichte welving De ogen zijn groot, ovaal en altijd blauw. De oren zijn groot en rond (afgeronde punten) en staan redelijk ver uit mekaar. De staart is lang en vol.
'Ragdolls' hebben een zijdezachte, halflange vacht die langer is rond de staart en de hals
De 'Ragdoll' is door zijn rustige, zachte en volgzame karakter zeer makkelijk in de omgang. Ze houdt niet van drukte en lawaai, kan zeer goed om met soortgenoten en zelfs honden. Ze kan niet tegen alleen zijn.
Alle Ragdolls zijn net als de Siamees "point" katten. Dit betekent dat hun snoet, oren, poten en staart donkerder zijn dan de rest van hun lichaam. De kittens worden wit geboren, en na 10 dagen wordt langzaam de kleur en het patroon zichtbaar.
De 'Ragdoll' bestaat in drie variëteiten: 'colourpoint', 'mitted' en 'bicolour':
De 'colourpoint' heeft een lichtere lichaamskleur dan de extremiteiten (points) en heeft geen wit.
De 'mitted' heeft eveneens een 'Siamees' patroon, maar met witte pootjes, een witte bles op de neus, een witte kin, borst en onderbuik.
De 'bicolour' is ook een 'colourpoint', maar met een omgekeerde witte 'V' op de snoet; vier witte poten, een witte borst en buik.
De definitieve kleur wordt pas na twee jaar bereikt en wordt met het ouder worden steeds donkerder.
Deze variëteiten bestaan in verschillende hoofdkleuren: seal (=bruin), blue (=grijs), red, cream, lilac en tabby (streeppatroon).
Ja, de Ragdoll kan zich, ondanks zijn grootte, perfect aanpassen aan een beperkte ruimte. Het is ook de ideale kat om te leren lopen aan een leiband.
Absoluut niet, de 'Ragdoll' kan niet tegen eenzaamheid.
Ondanks haar halflange vacht vertoont zij geen neiging tot klitten en heeft daarom betrekkelijk weinig verzorging nodig. De katten verzorgen hun vacht zelf en door het feit dat ze geen ondervacht hebben, ruien ze relatief weinig. Eenmaal in de week losjes borstelen of kammen met een grove kam is dan ook voldoende.