De singapura houdt ervan om in het midden van de belangstelling te staan. Het is een echte mensenkat die niet liever heeft dan zich op te dringen aan zijn baasje of toevallige bezoekers.
Verlegenheid is een karaktereigenschap die voor de singapura onbekend is. Het zijn nieuwsgierige en speelse katten die gelukkig niet om de haverklap hun stem willen laten horen.
Singapuras zijn intelligent, aanhankelijk, speels en actief, maar hun voornaamste kenmerk heeft te maken met hun uiterlijk: de singapura is het kleinste kattenras.
De typische uiterlijk kenmerken zijn het kortharige, getickte vachtpatroon en de donkerbruine of beige, gespikkelde kleur. De singapura heeft opvallende grote ogen en oren. De gelijkenis met de abessijn is treffend
Zoals de naam laat vermoeden hebben singapura's hun oorsprong in de Zuid-Aziatische staat Singapore. Singapura is inderdaad de Maleisische naam voor de eilandengroep die wij Singapore noemen.
Net zoals andere havens werden ook in de havens van Singapore wilde katten aangetrokken door de resten die te rapen vielen dankzij de visserij.
Het ras werd ingevoerd in het Westen in de jaren 1970 en officieel erkend aan het einde van de jaren 1980.
In de jaren 1990 ontstond enige controverse toen bekend werd dat de oorspronkelijke 'oervaders' van het ras in 1970 niet werden ingevoerd uit Azië maar in de Verenigde Staten werden geboren en samen met de baasjes naar Singapore verhuisden. Er zijn nog steeds vermoedens dat deze oorspronkelijke singapura's ontstonden uit een kruising van abessijnen en burmezen.